Deze breintips voor succesvolle LinkedIn content wil jij niet missen!

Wist jij dat we dagelijks worden overspoeld door zo’n 800 tot 10.000 marketingprikkels? De meeste zijn we na enkele seconden alweer vergeten of worden niet eens bewust waargenomen. Dat is ook niet zo vreemd, want het is onmogelijk om bij elke prikkel een bewuste beslissing te nemen. Dat zou domweg te veel energie kosten.

In plaats van te proberen het bewuste brein aan te spreken, is het effectiever om het onbewuste brein te activeren. Dat maakt de kans groter dat je de aandacht trekt. Het onbewuste brein is een soort automatische piloot die werkt op basis van intuïtie én op basis van regelmatig terugkerende patronen, ook wel automatismen genoemd.

Zorg er dus voor dat je tekst het onbewuste brein van jouw doelgroep aanspreekt. Hoe? Door een emotie te triggeren. De neuromarketing onderscheidt 13 verschillende emotiegebieden in onze hersenen die je kunt activeren, waaronder verlangen, boosheid, angst, lust, vertrouwen en afgunst.

Wil je mensen triggeren om jouw content te lezen, dan kun je bij het schrijven van een bijdrage of artikel rekening houden met emotie. Je zou zelfs kunnen beginnen door in de titel al een emotiegebied te activeren, bijvoorbeeld angst: “Nepnieuws op social media is ook een gevaar voor kinderen” of “5 tips om te voorkomen dat je te veel belasting betaalt”.

Een andere manier om interesse te wekken bij je doelgroep, is een concrete oplossing te bieden voor een veelvoorkomend probleem. Ben je spreekcoach, dan kun je bijvoorbeeld ook schrijven: “5 tips om je spreekangst te overwinnen”.

Enkele breintips voor je tekst

Als iemand op LinkedIn door zijn of haar feed scrolt en jouw bijdrage komt voorbij, dan zorgt de creatieve, visueel ingestelde rechter hersenhelft ervoor dat je bijdrage ge-

zien wordt. Maar de rationele, taalgeoriënteerde linker hersenhelft bepaalt of jouw bijdrage daadwerkelijk gelezen wordt. Die beslissing wordt in een fractie genomen, dus de impulsen die via beide her- senhelften lopen moeten dezelfde boodschap overbrengen, anders haken mensen af. Concreet betekent dit dat je tekst en je beeld goed op elkaar afgestemd moeten zijn. Maar er is meer dat je vrij gemak- kelijk kunt doen om je tekst aantrekkelijker te maken. Hier volgen enkele tips die je direct kunt toepassen in LinkedIn.


Vermijd jargon

Ons brein is lui en wil zo min mogelijk energie verspillen aan het ontcijferen van alle berichten die we op LinkedIn voorgeschoteld krijgen. Dat betekent dat jouw content licht verteerbaar moet zijn, dan wordt je tekst automatisch positiever beoordeeld. Houd het simpel en vermijd jargon (vooral in de eerste regels van je tekst). Probeer niet intelligent over te komen door ingewikkelde woorden te gebruiken – dat werkt averechts. Keep it simple.

Verlies weegt zwaarder dan winst

Verlies weegt voor ons brein zwaarder dan winst. De angst om iets dat we al hebben te verliezen is sterker – zelfs twee keer zo sterk – dan de wil om iets van dezelfde waarde te winnen. We komen dus sneller in actie om te voorkomen dat we iets verliezen of mislopen. Dat fenomeen werd ontdekt door Daniel Kahneman en Amos Tversky en heet verliesaversie. Met die wetenschap werkt “5 tips om te voorkomen dat je te veel belasting betaalt” als kop dus beter dan “5 tips die een belastingvoordeel opleveren”.

Een prijs vermelden

Het brein is gevoelig voor prijzen. Een prijs betekent betalen, dus verlies. Wil je in je bijdrage een prijs vermelden? Maak de prijs dan minder ‘zwaar’. Het euroteken € wordt door ons brein sterk geassocieerd met geld uitgeven. Uit onderzoek is gebleken dat prijzen zonder euroteken of extra nullen minder prijspijn oproepen. Schrijf dus 139,- in plaats van € 139,00. Om die reden hebben webshops als Bol.com, Wehkamp, Coolblue en Zara het euroteken al geskipt.

Geen conflict

Gebruik geen ‘conflicterende’ boodschappen in tekst en beeld. Dus niet in de kop of de eerste regels tekst het woord ‘omlaag’ gebruiken, terwijl het plaatje een stijgende lijn laat zien.

Nudging

Maak gebruik van nudging (duwtje geven): beïnvloed bijvoorbeeld de kijkrichting van mensen door pijlen te gebruiken in je tekst (dat kan een emoji zijn of een pijltje dat je kopieert vanuit Word).

Hapklare tekst

Bevat je bijdrage veel tekst? Gebruik dan witregels tussen de alinea’s. Hoewel een bijdrage niet langer kan zijn dan 1.300 tekens is ook een tekst van 1.000 tekens zonder witregels niet prettig leesbaar. Je tekst wordt (onbewust) beter gelezen wanneer er witregels tussen de alinea’s staan. Dat geldt natuurlijk helemaal voor langere blogartikelen (maar daar heb je meer opties voor de tekstopmaak).

Wil je enkele voordelen van jouw product of dienst opsommen? Zet ze onder elkaar met vinkjes. Onbewust ziet je (potentiële) klant dan veel sneller wat het oplevert als hij of zij besluit jouw product of dienst aan te schaffen.

Schrijf beeldend

Als je content schrijft probeer dan ‘beeldende’ taal te gebruiken. Woorden die het brein helpen om te visualiseren wat je zegt.

Verhalen die raken

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat content in de vorm van een verhaal altijd overtuigender is dan niet-verhalende content. Verhalen roepen meer empathie op en zorgen voor verbinding. Dankzij storytelling raak je zowel de ratio (linkerhelft) als de fantasie (rechterhelft) en komt je verhaal veel beter binnen.

Verhalen activeren veel meer delen van je (emotionele) brein dan droge feiten.

✔️ Verhalen worden mede dankzij de vrijkomende dopamine ook beter onthouden (wel 20× zo goed).

✔️ Verhalen zorgen voor verbinding omdat we dankzij onze spiegelneuronen vaak dezelfde hersenactiviteit en emoties ervaren als de verteller.

✔️ Verhalen interacteren met onze eigen ideeën en ervaringen.

✔️ Verhalen zorgen ervoor dat we langer onze aandacht kunnen vasthouden (iets waar mensen normaalgesproken niet zo goed in zijn).

✔️ Verhalen beïnvloeden ons gedrag. Mensen zijn na een goed verhaal sneller geneigd te reageren of in actie te komen.

Ben je ondernemer of manager, zet dan ook je medewerkers of collega’s in voor storytelling. Medewerkers geven je organisatie ook meteen een ‘gezicht’. 

Met storytelling stimuleer je beide hersenhelften van de lezer. Goede verhalen gaan over mensen en niet over producten of bedrijven. Maar wat maakt nu dat je blijft luisteren naar een verhaal? Welke ingrediënten zorgen ervoor dat je publiek geboeid blijft? Gebruik de volgende vijf bouwstenen in je verhaal:

1. Hoofdpersoon

Zorg ervoor dat de lezer (potentiële klant) zich identificeert met de hoofdrolspeler van je verhaal. Kruip in het brein van je klant en zorg ervoor dat de klant centraal staat.

 2. Ambitie

Je (potentiële) klant heeft dromen en doelen. Wil hij of zij een wereldreis maken? Minder gaan werken om meer aandacht aan het gezin te kunnen besteden? Of maakt je klant zich zorgen over zijn of haar pensioen? Weet wat je klant motiveert en enthousiasmeert en besteed daar voldoende aandacht aan. Niet door meteen je product of dienst aan te bieden, maar door de route naar een oplossing te schetsen.

 3. Conflict – pijnpunt – spanning

Een goed verhaal zonder conflict of pijnpunt is wat saai. Je klant wil een ambitie waarmaken of een doel bereiken, maar iets houdt hem of haar tegen. Wat is dat pijnpunt? Haal dat pijnpunt naar voren en benoem het op een tactvolle manier. Zo laat je zien dat je hem of haar begrijpt . Bouw de spanning op, zodat jouw klant empathie ervaart met de persoon in jouw verhaal.

4. Oplossing

Zorg ervoor dat jouw product of dienst het conflict of de pijn verzacht of zelfs oplost. Begrijp het probleem en reik aan wat hij of zij nodig heeft om het probleem op te lossen.

5. Resultaat

Wij zijn eerder geneigd een product of dienst te kopen als we er een emotionele band mee hebben. Hóe je het verhaal vertelt, is vaak belangrijker dan het verhaal zelf.

Deel deze pagina op